Achter de schermen van het Veiligheidsberaad

Om de coronacrisis te bestrijden komt sinds 2 jaar een groep van 25 ‘opperburgemeesters’ wekelijks bijeen in het Veiligheidsberaad. Voor het eerst vertellen vier van hen hoe die discussies verliepen en op welke hindernissen ze stuitten.

Voor Hubert Bruls is de coronapandemie een balanceer-act die al bijna twee jaar duurt. De voorzitter van het Veiligheidsberaad is één van de gezichten van de coronacrisis. Niet burgemeester Femke Halsema van Amsterdam of Ahmed Aboutaleb van Rotterdam ontwikkelde zich tot ’s lands belangrijkste burgemeester in coronatijd, maar Hubert Bruls uit het gemoedelijke Nijmegen.

‘Er is vrij veel tijd gegaan naar directe crisisbestrijding. Het is nu tijd om adem te halen en vooruit te kijken’, zegt Bruls terugkijkend op de rol van het Veiligheidsberaad in bijna twee jaar coronacrisis. De CDA’er, die al bijna tien jaar burgemeester van Nijmegen is, ging de afgelopen twee jaar geen onderwerp uit de weg: de 1,5 metermaatregel, wel- of geen mondkapjesplicht en het slecht doordachte juichverbod.

Het is voor het eerst dat Bruls en drie andere burgemeesters een inkijkje geven in de discussies binnen het Veiligheidsberaad. Uit interviews blijkt dat die samenwerking allesbehalve soepel van de grond kwam. Leden van het Veiligheidsberaad vochten een richtingenstrijd uit en de vergaderingen verzandden regelmatig in discussies over details. En hoewel ze geleidelijk hun invloed op het landelijke beleid vergrootten, liepen ze ook steeds vaker op tegen de beperkingen van een overlegclub die van oorsprong crisisbeheersing als taak heeft.

Wennen aan invloed

Het Veiligheidsberaad bestaat uit de voorzitters van de 25 veiligheidsregio’s, meestal de burgemeester van de grootste stad in de betreffende regio. Voorheen vergaderden zij alleen over de voorbereiding op rampen, of de cao’s van de brandweer en politie. Maar door de Wet publieke gezondheidszorg, waarin staat dat bestrijding van infectieziekten zoals corona een taak voor de veiligheidsregio’s is, kreeg het beraad in maart 2020 ineens een belangrijke taak in het bestrijden van de coronacrisis.

Meteen kreeg het overlegorgaan een belangrijke rol toegedicht door journalisten, ondernemers en burgers. Maar was het daar wel op voorbereid? Burgemeesters worden voortdurend getraind ter voorbereiding op rampen en crises. Maar een ‘normale’ ramp, zoals een grote brand of overstroming, treft hooguit een paar veiligheidsregio’s. De coronacrisis trof ze allemaal tegelijk.

De overlegclub moest duidelijk wennen aan de invloed die zij in het begin van de coronacrisis ineens kreeg. De samenwerking kwam moeilijk op gang: iedere veiligheidsregio had zijn eigen dynamiek. Aan tafel zaten de voorzitters van verstedelijkte regio’s en plattelandsgebieden, van toeristische trekpleisters en gebieden waar vooral gewoond wordt, van steden met veel studenten en gemeenten met veel ouderen. Door al die verschillen verspreidde het virus zich ongelijk en werden de noodzaak voor en de gevolgen van de maatregelen anders gevoeld.

Mondkapjes

In de zomer van 2020 liepen de besmettingscijfers in de twee grootste steden hard op, terwijl het in de rest van het land betrekkelijk rustig was. Burgemeesters Femke Halsema van Amsterdam en Ahmed Aboutaleb van Rotterdam startten beiden een proef met mondkapjesplicht in drukke gebieden.

Het kabinet vond die proef niet in lijn met het landelijke beleid. Het RIVM meende toen nog dat mondkapjes ertoe konden leiden dat de 1,5 meter maatregel niet meer werd nageleefd. Bruls was ook tegenstander van de proef, en kreeg steun van de burgemeesters van Groningen en Tilburg, blijkt uit vrijgegeven documenten na een Wob-verzoek.

‘Voortreffelijk!’ appte toenmalig minister van Justitie en Veiligheid Ferd Grapperhaus naar Bruls toen die zich kritisch uitliet over mondkapjes in radioprogramma Spraakmakers. Bruls reageerde op Aboutaleb die in Nieuwsuur juist wel voor een plicht pleitte. Terugkijkend vindt Bruls die mondkapjesdiscussie een dieptepunt. ‘Zeker bij een crisis is het heel pijnlijk als een burger ziet dat we met elkaar aan het ruziën zijn – want zo lijkt dat dan.’

Ajax versus Feyenoord

‘Een andere splijtzwam was de discussie tussen burgemeesters die handhaving centraal stelden, versus degenen die aandacht vroegen voor de maatschappelijke gevolgen van de coronamaatregelen,’ vertelt Henri Lenferink, de langst zittende burgemeester van Nederland. De burgemeester van Leiden is vaste plaatsvervanger van Bruls in het Veiligheidsberaad.

‘Het was een beetje Ajax-Feyenoord,’ aldus Lenferink. Aboutaleb van Rotterdam was voor een strenge aanpak, zonder uitzonderingen.

Halsema van Amsterdam, daarentegen, maakte zich zorgen over de sociale gevolgen van de maatregelen, zoals eenzaamheid en leerachterstanden. ‘ De meest luide stem in de Ajax-stroming was Pieter Broertjes. Lenferink noemt diens bijdrage ‘een beetje folklore’. De Hilversumse burgemeester greep iedere gelegenheid aan om op te merken dat het wat hem betreft wel een onsje minder kon met die maatregelen.

,,Ik kom uit de journalistiek (Broertjes was onder meer hoofdredacteur van de Volkskrant, red.), dus ik ben niet bang om mijn mening te laten horen”, reageert Pieter Broertjes met een lach. ,,Als zij-instromer heb ik de laatste twee jaar ervaren dat veel burgemeesters van origine vooral handhavers zijn”

Koffie-to-go op strandbedjes?

Toch wist ook Broertjes niet te voorkomen dat de vergaderingen soms verzandden in discussies op detailniveau. Op enig moment moest bijvoorbeeld de horeca op sportparken dicht. De burgemeesters bogen zich over de vraag of een publiek toegankelijk restaurant op de golfbaan open mocht blijven. Een andere vraag: als terrassen gesloten zijn, mag een strandtent dan wel koffie-to-go serveren op de strandbedjes?

Het ergerde burgemeesters dat ze het over die ‘wetsjuristerij’ moesten hebben, vertelt Lenferink. Zo kwamen ze voor hun gevoel onvoldoende toe aan belangrijker gespreksonderwerpen: de maatregelen die nodig waren om de pandemie te stoppen en de boodschap die ze het kabinet wilden meegeven.

Een periode van meer eenheid was de winter van 2020/2021. Bij de avondklok – die op 23 januari 2021 inging – heeft bestuurlijk Nederland laten zien hoe je een crisis bestrijdt, zegt Bruls trots. ‘Met een koel hoofd, betrokkenheid, snel optreden en vooral: mekaars hand vasthouden.’ Die eensgezindheid werkte; de aanvankelijke rellen zwakten al snel af. Wat restte waren lange en stille nachten.

Gevoel van onmacht

Maar naarmate de crisis voortduurde, ontstond bij sommige burgemeesters een gevoel van onmacht. De tweede golf ging over in de derde en de vierde. Bijna wekelijks waren er protesten tegen de coronamaatregelen.

Bovendien veranderde de bevoegdheid van het Veiligheidsberaad in december 2020. Tot dan speelde het Veiligheidsberaad een belangrijke rol bij het opstellen van de noodverordeningen voor de coronamaatregelen. Maar door de tijdelijke coronawet, die de ministers de bevoegdheid geeft om zelfstandig crisismaatregelen te nemen, kreeg het beraad veel minder te zeggen. ,,Waar we in het begin mede-bepaler waren van het beleid, zijn we nu vooral adviseur”, verklaart Paul Depla, burgemeester van Breda en plaatsvervangend burgemeester in het Veiligheidsberaad (voor Tilburg).

Met de oplopende besmettingscijfers richtten Rutte en De Jonge hun ogen steeds strakker op de medische experts van het Outbreak Management Team (OMT). Tot onvrede van de burgemeesters. ‘Wij vonden al vrij vroeg dat het OMT een te prominente plaats had,’ zegt Bruls. De ‘witte jassen’ van het OMT hebben slechts oog voor de medische crisis, vinden de burgemeesters, terwijl zij zelf lokaal vooral de sociale en economische gevolgen ervaren. Het kabinet moet daarom ook andere raadgevers betrekken, vinden zij.

Perspectief bieden

Het Veiligheidsberaad vindt het zelf ook moeilijk om over haar eigen schaduw heen te stappen. ,,Het bleek lastig om los te komen van de waan van de dag en naar de langetermijnscenario’s te kijken”, stelde de Inspectie Justitie en Veiligheid afgelopen najaar in een evaluatie van de Covid-aanpak.

,,De korte termijn vraagt iedere keer gigantisch veel aandacht”, beaamt Bruls. ,,Wij krijgen de beslissingen van het kabinet vaak heel kort van te voren te horen.”

Terwijl de burger, volgens Bruls, vaak meer behoefte heeft aan een medestander dan aan een handhaver. “Je wordt door je inwoners nog het hardste afgerekend op je burgervaderrol: een arm leggen, duiding geven aan het verdriet en er zijn voor de mensen.’
Voorzitter Hubert Bruls komt aan voor het Veiligheidsberaad.
Voorzitter Hubert Bruls komt aan voor het Veiligheidsberaad. © ANP
Stapje terug

Momenteel verschuift het zwaartepunt naar de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). Zo stuurden het Veiligheidsberaad en die vereniging afgelopen december een brief naar het kabinet waarin ze opriepen tot een langetermijnstrategie ‘omdat ze merken dat naarmate de crisis voortduurt, een zekere moedeloosheid ontstaat’. ,,Het gesprek over de sociale en economische gevolgen van de coronacrisis gaat nu in breder verband verder, zodat wij als Veiligheidsberaad meer ruimte krijgen om te doen waarvoor we zijn opgericht”, verklaart Bruls.

Laten de burgemeesters daarmee geen kans liggen? Depla vindt van niet. Volgens hem moet het Veiligheidsberaad een stapje terug doen in de discussie over de sociaal-maatschappelijke gevolgen van de crisis. ,,Het risico is dat het Veiligheidsberaad de crisis monopoliseert en dat het dan alleen een handhaverszaak blijft. Twee jaar geleden was het Veiligheidsberaad nog een volstrekt onbekend fenomeen. Dat is nu wel anders. Maar je moet niet op het Veiligheidsberaad blijven terugvallen alleen omdat dat nu eenmaal bekend is bij het grote publiek.’

Verantwoording

Ik schreef dit artikel samen met Irene van den Berg. The Investigative Desk is een collectief van onderzoeksjournalisten dat zijn werk financiert uit donaties, subsidies, cofinanciering en honoraria. Geldgevers hebben geen zeggenschap over de onderzoeken. Dit specifieke project is deels gefinancierd met een subsidie van SIDN Fonds en Stichting Democratie en Media. Meer informatie op investigativedesk.com.