Wat rest is een zee van huid

Met de toename van het aantal te dikke mensen, nemen maagoperaties een hoge vlucht. Patiënten vallen daarna fors af, met nieuwe lichamelijke problemen tot gevolg. Plastische chirurgie biedt uitkomst, maar wordt vrijwel nooit vergoed.

Charlotte Doornekamp (58) was al twintig jaar te dik toen ze een onomkeerbare beslissing nam. Ze zat in de auto zonder gordel, want die paste niet meer en reed met haar man langs een ‘authentiek marktje’ in de Lot in Frankrijk. Doornekamp is dol op dat soort marktjes, zegt ze. Maar toen haar man vroeg of ze wilde stoppen, zei ze ‘nee’. Ze wilde niet.

Doornekamp is een vrouw van bescheiden lengte (1,65 meter) die voor iedere centimeter in hoogte, een kilo aan gewicht met zich meetorste. Dankzij dat gewicht van 165 kilo kon ze nog maar twintig meter lopen. Ze had daarom geen zin om uit de auto te stappen. Ze werd er somber van.

Ze had diëten geprobeerd, maar nooit was het Doornekamp gelukt haar eetverslaving onder controle te krijgen. “Nu moet er wat gebeuren”, zei ze in Frankrijk tegen haar man. Kort daarna onderging ze een maagomleiding, een zware ingreep waarbij de maag wordt verkleind en het spijsverteringskanaal wordt omgelegd. Dat was in september 2007.

Die operatie heeft haar veel goeds gebracht zegt ze. “In een jaar tijd verloor ik tachtig kilogram, meer nog dan de chirurg had verwacht. En tijdens dat jaar kreeg ik iedere dag een cadeautje. De ene dag kon ik mijn billen weer goed afvegen en de volgende kon ik zelfstandig mijn schoenen aantrekken.”

Ze zit aan de eettafel in haar huis in Leusden als ze dit vertelt. Na de operatie werd ze een ander mens, zegt ze. “Voor de maagomleiding werkte ik als manager bij een hbo-opleiding, maar ik was heel lijdzaam en voorzichtig met mijn energie. Nu ben ik energiek, actief en druk met van alles en nog wat. Ik zit in de cliëntenraad van een zorgorganisatie, ik zit in het Wijkplatform en ik ben vorige week gevraagd voor de Omroepraad van de lokale omroep.”

Maagverkleiningsoperaties hebben in Nederland een hoge vlucht genomen. In 2007 werden er 3500 uitgevoerd en dat zal oplopen tot zo’n 10.000 operaties volgend jaar. Na de operatie vallen patiënten snel af. Door het grote gewichtsverlies blijven ze met een fors huidoverschot zitten, wat voor nieuwe problemen zorgt. Dat gold ook voor Charlotte Doornekamp, die gaat staan om het te laten zien: met twee handen pakt ze haar buik vast en schudt. Een zee van huid deint heen en weer. Hetzelfde bij haar bovenbenen.

In de huidplooien kreeg ze last van smetplekken, al is dat met vette zalf goed te behandelen. Vervelender is dat ze door het verdwijnen van vetweefsel pijn kreeg bij het zitten. Ook kreeg ze last van haar rug door het ‘dode gewicht’ van de buikflap. Ze schat zelf dat ze zo’n 12 kg aan overtollige huid heeft. En doordat die buikhuid tijdens het zitten op haar gevoelige maag drukt, moet ze bij het eten altijd haar broek open doen.

Maar ook psychologisch worstelt ze met haar uiterlijk. “Toen ik nog dik was, vond ik dat mensen me maar moesten accepteren zoals ik was. Nu ik slank ben, wil ik ook een leuk rokje aan, maar dat kan niet want dan hangt de huid van mijn bovenbenen er onderuit.”

In 2009, twee jaar na de maagoperatie ging ze daarom naar de plastisch chirurg. Die had niet lang nodig om haar klachten te beoordelen. Doornekamp: “Ik kwam daar voor een totale buikwandcorrectie en hij zei: ‘Dit is zo duidelijk, dit moet gebeuren!’.”

Ongeveer 30 procent van de mensen die een maagoperatie ondergaat, heeft na afloop plastische chirurgie nodig. Buikwandcorrecties na gewichtsverlies mogen vanuit de basisverzekering vergoed worden. Doornekamp wilde daar gebruik van maken en deed een aanvraag bij haar zorgverzekeraar. Die hanteert, net als andere verzekeraars, de richtlijn van de beroepsvereniging voor artsen, tandartsen en apothekers in dienst van zorgverzekeraars (VAGZ) voor beoordeling van de aanvraag.

Theo Kuiper is voorzitter van die vereniging en hij was nauw betrokken bij de richtlijn. Hij stelt dat de politiek bepaalt welke zorg in het basispakket komt “De overheid stelt voor vergoeding van deze operaties strenge eisen die wij met onze richtlijn hebben uitgewerkt. Zo zorgen we voor eenduidigheid, zodat alle verzekeraars op dezelfde wijze oordelen. Patiënten moeten krijgen waar ze recht op hebben, niet meer en niet minder.”

Om voor vergoeding in aanmerking te komen, geldt nu een BMI-criterium (body mass index). Patiënten moeten gedurende een jaar een stabiel gewicht hebben met een BMI lager dan 30. Ook moet er sprake zijn van een graad-3 verminking volgens de Pittsburgh Rating Scale; een methodiek om misvorming mee vast te stellen. Bovendien moet er sprake zijn van een aantoonbare lichamelijke functiestoornis. Daarvan is sprake als een patiënt onbehandelbare smetplekken heeft, of als de patiënt ernstig in bewegingsvrijheid wordt beperkt doordat de buikflap een kwart van het bovenbeen bedekt.

Kuiper stelt dat het gros van de patiënten niet aan bovenstaande criteria voldoet, een beeld dat door de verzekeraars wordt bevestigd. Volgens Kuiper is vooral het hebben van een functiestoornis voor vergoeding van belang. “We hebben met z’n allen afgesproken dat we dit type zorg alleen vergoeden als sprake is van een ernstige verminking rondom of van een lichamelijke functiestoornis. En dan is het zo dat een kwart bovenbeenbedekking maar heel weinig voorkomt.”

Hij voegt daar aan toe dat het goed zou zijn als patiënten van tevoren weten dat deze operaties vrijwel niet vergoed worden. Dat de richtlijn van de VAGZ (de vereniging voor artsen, tandartsen en apothekers werkzaam bij (zorg)verzekeraars, red.) deugt, blijkt volgens Kuiper uit het feit dat ze veelvuldig juridisch is getoetst door de geschillencommissie van de zorgverzekeringen (SKGZ).

De patiënten vinden de beoordelingscriteria die de VAGZ heeft opgesteld onrechtvaardig, zegt Judian Uitenbroek van Weight Loss Surgery Info. “Ze zijn om gezondheidsredenen afgevallen, maar ervaren door het huidoverschot niet het welzijnsniveau dat daarbij hoort.” Daar komt nog bij dat patiënten de verzekeraars en de geschillencommissie niet vertrouwen. Het eerste verzoek zou standaard afgewezen worden. Alleen de aanhouder wint.

Nadat de verzekeraar ook haar verzoek afwees, stapte Charlotte Doornekamp naar de geschillencommissie. Daar werd ze opnieuw teleurgesteld. Haar BMI was namelijk iets te hoog (31,2) en ze had geen onbehandelbare smetplekken. Daarom voldeed ze niet aan de voorwaarden om voor vergoeding in aanmerking te komen.

Plastisch chirurg Maarten Hoogbergen, voorzitter van de werkgroep ‘Post-massive weightloss reconstructies’ van de Nederlandse Vereniging voor Plastische Chirurgie (NVPC), kent de problemen. Hij vindt dat de VAGZ een verouderde norm hanteert die stamt uit het ‘pre-morbide obesitas-tijdperk’. Sinds november 2010 bestaat er een nieuwe Zorgstandaard Obesitas van het Partnerschap Overgewicht Nederland. De VAGZ was daar weliswaar niet bij betrokken; de zorgverzekeraars wel. In die zorgstandaard is plastische chirurgie opgenomen als onderdeel van een multidisciplinair ketenzorgprogramma.

Hoogbergen: “Morbide Obesitas is een chronische ziekte. Zorg moet gericht zijn op het garanderen van de levenskwaliteit. Dat houdt in dat die mensen een gewichtsreducerende behandeling krijgen en een reconstructie hoort daar aan het einde gewoon bij. Deze patiënten kampen anders met een fors huidoverschot, waarvan ze bij allerlei normale activiteiten last hebben.”

Volgens Hoogbergen moeten verzekeraars daarom niet langer zoeken naar een functiestoornis om een verzoek af te wijzen. “Als iemand een Pittsburgh schaal-3-verminking heeft, dan is dat op basis van de zorgstandaard altijd verzekerde zorg.”

Kuiper stelt dat dit een politieke keuze is.

Doornekamp geeft ondertussen niet op. Volgend jaar gaat ze het bij een andere verzekeraar proberen, mogelijk dat die anders oordeelt. Zo niet, dan gaat ze het zelf betalen.